Week van het Gezin



Gezinnen in de knel

gepubliceerd: woensdag, 15 mei 2024

Ouders geven Neder­land een 7,1 voor gezins­vrien­de­lijk­heid, blijkt uit het onder­zoeks­rap­port de Staat van het Gezin 2024, dat jaar­lijks verschijnt. Dit is een ver­be­te­ring ten opzichte van vorig jaar toen ouders een 6,6 gaven. Maar uit het onder­zoek blijkt ook dat ge­zin­nen steeds vaker in de knel komen omdat de voor­zie­ningen niet aan­slui­ten bij wat ge­zin­nen nodig hebben. Bovendien vin­den ouders dat Neder­land min­der solidair is gewor­den ten opzichte van ge­zin­nen; Neder­land zakt naar een 4,1 ten opzichte van de 4,4 vorig jaar.

Kostwinners versus tweeverdieners­mo­del

Het onder­zoek laat zien dat ouders ten dele tevre­den zijn over de voor­zie­ningen in Neder­land. Neder­land is een veilig land om in te wonen. Maar tege­lijker­tijd geeft 52% van de ouders aan dat de voor­zie­ningen beter kunnen en niet passen bij wat ouders nodig hebben. Huidige voor­zie­ningen zijn veelal gebaseerd op het kostwinners­mo­del, waarbij vader werkt en moe­der zorgt. Inmiddels bestaat 87% uit twee werkende ouders. School­tij­den sluiten niet aan bij werk­tij­den en ouders willen wel (of moeten) bei­den werken, maar ervaren de kin­der­op­vang als duur. Bovendien sti­mu­leert het hui­dige toe­slagenstelsel niet om meer te gaan werken.

Tweeverdieners - tweever­zor­gers­mo­del

Ouders komen ver­der in de knel doordat zorgtaken nog steeds vooral bij moe­ders terecht­ko­men en niet gelijk ver­deeld zijn over beide partners. Dit effect wordt ver­sterkt door de toe­ne­mende vergrij­zing en de zorg voor ouderen. Ouders maken zich zorgen dat dit in de aan­ko­mende decennia nog meer van hen gaat vragen, terwijl ze zich nu al niet onder­steund voelen. Neder­land heeft een tweeverdieners - tweever­zor­gers­mo­del nodig om de zorgtaken beter te ver­de­len. In dit model wor­den de (zorg)taken gelijk ver­deeld en sluiten voor­zie­ningen aan bij behoeften van het gezin.

Gezins(on)vrien­de­lijk

Ook de beeld­vor­ming rondom ge­zin­nen speelt ouders parten. 72% zegt zich als ouder soms ‘be­oor­deeld’ te voelen door anderen. Ste­reo­ty­pe beeld­vor­ming, met name ten aanzien van moe­ders die weinig met de wer­ke­lijk­heid te maken heeft, speelt hierbij een rol. Daar­naast voelen ouders zich niet gesteund door elkaar en door hun omge­ving.

Naast beeld­vor­ming ervaren ouders een gebrek aan gezins­vrien­de­lijk­heid vanuit de maat­schap­pij. In restaurants zijn kin­de­ren niet altijd welkom, is er geen ruimte waar een vader een kind kan verschonen en bestaan de kin­dermenu’s vooral uit frituur. In buurten is er een gebrek aan chill- en speel­plekken voor jon­ge­ren en kin­de­ren. Tenslotte wordt op de werk­plek te weinig aan­dacht besteed aan behoeften van werkende ouders en hoe zij werk, gezin en zorg kunnen ver­de­len.

Poli­tieke ambitie ontbreekt

67% van de res­pon­denten geeft aan dat de poli­tiek te weinig aan­dacht heeft voor ge­zin­nen. Het laatste gezins­be­leid, De kracht van het gezin van toen­ma­lig minister Rouvoet, stamt uit 2008. Mark Weghorst van Neder­lands Centrum Jeugdge­zond­heid schrok vooral van de Staat van het Gezin. “Er sluimert een soort onver­schil­lig­heid en moedeloos­heid onder ge­zin­nen. Ja, er is van alles be­schik­baar, en als je alleen vraagt hoe het gaat dan gaat het best oké. Maar, we schrikken van de lading die ouders mee­ge­ven aan deze cijfers in hun open ant­woor­den en toelich­tingen. Ze durven niet echt hulp te vragen en zien het gezin als een zware en eenzame be­proe­ving. Er is echt urgentie om meer te doen om ge­zin­nen goed te onder­steunen. De toe­koms­tige gene­ra­tie groeit daar op en dat lijken we ons als samen­le­ving en als poli­tiek maar nau­we­lijks te rea­li­se­ren.”

Aanbevelingen

De Staat van het Gezin 2024 geeft drie hel­dere aanbevelingen op het gebied van gezins­be­leid, gezins­vrien­de­lijk­heid en gezinsmonito­ring om ge­zin­nen beter te onder­steunen. Zo wor­den goede verlof­rege­lingen, het dichten van de loon­kloof, een gezinspas, een gezin­stoets bij nieuw beleid en een eigen­tijds aanbod van arrange­menten waarin school en opvang naadloos samen­wer­ken, aan­ge­dragen als oplos­singen. Karen Stren­gers, voor­zit­ter Branche­ver­eni­ging Maat­schap­pe­lijke Kinder­op­vang, voegt toe dat het be­lang­rijk is dat álle kin­de­ren van 0-13 jaar gebruik kunnen maken van betaal­ba­re kin­der­op­vang. Kinder­op­vang draagt name­lijk bij aan de ont­wik­ke­ling van kin­de­ren en het is een van de oplos­singen die bijdraagt aan het ont­zorgen van ouders.

Ont­wik­ke­ling van kin­de­ren

Volgens Marjet Winsemius van Stich­ting Voor Werkende Ouders is het nood­zaak om nu te gaan han­de­len. “Als wij de vergrij­zing het hoofd willen bie­den, moeten we nu stappen zetten om ge­zin­nen beter te onder­steunen. Dit begint met de ambitie om het voor ge­zin­nen mak­ke­lijker te maken. Wij zien echter dat er in de poli­tiek nau­we­lijks aan­dacht is voor ge­zin­nen. Ja, vanuit chris­te­lijke hoek, maar het gezin is al lang geen chris­te­lijke aan­gele­gen­heid meer. Het tra­di­tio­nele gezin bestaat niet meer alleen. We moeten het hebben over de diver­si­teit van ge­zin­nen en wat zij nodig hebben om goede zorg voor hun kin­de­ren te kunnen combineren met andere verant­woor­de­lijk­he­den als werk en man­tel­zorg. De ont­wik­ke­ling van kin­de­ren staat hier op het spel. De vraag is wat de maat­schap­pe­lijke in­ves­te­ringsbereid­heid in ge­zin­nen is. Gaat de poli­tiek hen onder­steunen of laten we ze doormod­de­ren?”

De Staat van het Gezin wordt ter gelegen­heid van de Inter­na­tio­nale Dag van het Gezin voor de derde keer op rij uitge­ge­ven door Stich­ting Voor Werkende Ouders, Neder­lands Centrum Jeugdge­zond­heid, Branche­ver­eni­ging Maat­schap­pe­lijke Kinder­op­vang en magazine WIJ. De peiling heeft van 6 februari tot 15 maart gelopen en is ingevuld door 3.026 ouders. In de Staat van het Gezin is ook gekeken naar bekende cijfers en indicatoren van onder andere het CBS, SCP, TNO en RIVM. Tevens hebben de makers een jaar lang alle media bijge­hou­den en daarbij gekeken naar de algemene ten­dens in de maat­schap­pij rich­ting ge­zin­nen.