 Gezinnen in de knel
 Gezinnen in de knel
Ouders geven Nederland een 7,1 voor gezinsvriendelijkheid, blijkt uit het onderzoeksrapport de Staat van het Gezin 2024, dat jaarlijks verschijnt. Dit is een verbetering ten opzichte van vorig jaar toen ouders een 6,6 gaven. Maar uit het onderzoek blijkt ook dat gezinnen steeds vaker in de knel komen omdat de voorzieningen niet aansluiten bij wat gezinnen nodig hebben. Bovendien vinden ouders dat Nederland minder solidair is geworden ten opzichte van gezinnen; Nederland zakt naar een 4,1 ten opzichte van de 4,4 vorig jaar.
Kostwinners versus tweeverdienersmodel
Het onderzoek laat zien dat ouders ten dele tevreden zijn over de voorzieningen in Nederland. Nederland is een veilig land om in te wonen. Maar tegelijkertijd geeft 52% van de ouders aan dat de voorzieningen beter kunnen en niet passen bij wat ouders nodig hebben. Huidige voorzieningen zijn veelal gebaseerd op het kostwinnersmodel, waarbij vader werkt en moeder zorgt. Inmiddels bestaat 87% uit twee werkende ouders. Schooltijden sluiten niet aan bij werktijden en ouders willen wel (of moeten) beiden werken, maar ervaren de kinderopvang als duur. Bovendien stimuleert het huidige toeslagenstelsel niet om meer te gaan werken.
Tweeverdieners - tweeverzorgersmodel
Ouders komen verder in de knel doordat zorgtaken nog steeds vooral bij moeders terechtkomen en niet gelijk verdeeld zijn over beide partners. Dit effect wordt versterkt door de toenemende vergrijzing en de zorg voor ouderen. Ouders maken zich zorgen dat dit in de aankomende decennia nog meer van hen gaat vragen, terwijl ze zich nu al niet ondersteund voelen. Nederland heeft een tweeverdieners - tweeverzorgersmodel nodig om de zorgtaken beter te verdelen. In dit model worden de (zorg)taken gelijk verdeeld en sluiten voorzieningen aan bij behoeften van het gezin.
Gezins(on)vriendelijk
Ook de beeldvorming rondom gezinnen speelt ouders parten. 72% zegt zich als ouder soms ‘beoordeeld’ te voelen door anderen. Stereotype beeldvorming, met name ten aanzien van moeders die weinig met de werkelijkheid te maken heeft, speelt hierbij een rol. Daarnaast voelen ouders zich niet gesteund door elkaar en door hun omgeving.
Naast beeldvorming ervaren ouders een gebrek aan gezinsvriendelijkheid vanuit de maatschappij. In restaurants zijn kinderen niet altijd welkom, is er geen ruimte waar een vader een kind kan verschonen en bestaan de kindermenu’s vooral uit frituur. In buurten is er een gebrek aan chill- en speelplekken voor jongeren en kinderen. Tenslotte wordt op de werkplek te weinig aandacht besteed aan behoeften van werkende ouders en hoe zij werk, gezin en zorg kunnen verdelen.
Politieke ambitie ontbreekt
67% van de respondenten geeft aan dat de politiek te weinig aandacht heeft voor gezinnen. Het laatste gezinsbeleid, De kracht van het gezin van toenmalig minister Rouvoet, stamt uit 2008. Mark Weghorst van Nederlands Centrum Jeugdgezondheid schrok vooral van de Staat van het Gezin. “Er sluimert een soort onverschilligheid en moedeloosheid onder gezinnen. Ja, er is van alles beschikbaar, en als je alleen vraagt hoe het gaat dan gaat het best oké. Maar, we schrikken van de lading die ouders meegeven aan deze cijfers in hun open antwoorden en toelichtingen. Ze durven niet echt hulp te vragen en zien het gezin als een zware en eenzame beproeving. Er is echt urgentie om meer te doen om gezinnen goed te ondersteunen. De toekomstige generatie groeit daar op en dat lijken we ons als samenleving en als politiek maar nauwelijks te realiseren.”
Aanbevelingen
De Staat van het Gezin 2024 geeft drie heldere aanbevelingen op het gebied van gezinsbeleid, gezinsvriendelijkheid en gezinsmonitoring om gezinnen beter te ondersteunen. Zo worden goede verlofregelingen, het dichten van de loonkloof, een gezinspas, een gezinstoets bij nieuw beleid en een eigentijds aanbod van arrangementen waarin school en opvang naadloos samenwerken, aangedragen als oplossingen. Karen Strengers, voorzitter Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang, voegt toe dat het belangrijk is dat álle kinderen van 0-13 jaar gebruik kunnen maken van betaalbare kinderopvang. Kinderopvang draagt namelijk bij aan de ontwikkeling van kinderen en het is een van de oplossingen die bijdraagt aan het ontzorgen van ouders.
Ontwikkeling van kinderen
Volgens Marjet Winsemius van Stichting Voor Werkende Ouders is het noodzaak om nu te gaan handelen. “Als wij de vergrijzing het hoofd willen bieden, moeten we nu stappen zetten om gezinnen beter te ondersteunen. Dit begint met de ambitie om het voor gezinnen makkelijker te maken. Wij zien echter dat er in de politiek nauwelijks aandacht is voor gezinnen. Ja, vanuit christelijke hoek, maar het gezin is al lang geen christelijke aangelegenheid meer. Het traditionele gezin bestaat niet meer alleen. We moeten het hebben over de diversiteit van gezinnen en wat zij nodig hebben om goede zorg voor hun kinderen te kunnen combineren met andere verantwoordelijkheden als werk en mantelzorg. De ontwikkeling van kinderen staat hier op het spel. De vraag is wat de maatschappelijke investeringsbereidheid in gezinnen is. Gaat de politiek hen ondersteunen of laten we ze doormodderen?”
De Staat van het Gezin wordt ter gelegenheid van de Internationale Dag van het Gezin voor de derde keer op rij uitgegeven door Stichting Voor Werkende Ouders, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang en magazine WIJ. De peiling heeft van 6 februari tot 15 maart gelopen en is ingevuld door 3.026 ouders. In de Staat van het Gezin is ook gekeken naar bekende cijfers en indicatoren van onder andere het CBS, SCP, TNO en RIVM. Tevens hebben de makers een jaar lang alle media bijgehouden en daarbij gekeken naar de algemene tendens in de maatschappij richting gezinnen.


